De consumptie van Nederlands zeewier leidt niet tot een risico voor de gezondheid. Foto: ANP
Het Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRo) stelt vast dat de consumptie van zeewier geen risico vormt voor de volksgezondheid, mits het verwerkt is (wassen en verhitten). BuRo maakt zich wel zorgen over uitheemse wieren.
De teelt van zeewier wordt door zowel de EU als de Nederlandse overheid gestimuleerd. Er wordt al zeewier geteeld in verschillende locaties in Nederland. De industrie is nog in experimentele fase en daar heeft BuRo, onderdeel van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), op eigen initiatief onderzoek naar gedaan. Hierin zijn twee publieke belangen beoordeeld: volksgezondheid en natuur. Hieruit blijkt dat er een laag risico is voor de volksgezondheid door de consumptie van zeewier. Wieren kunnen hoge gehaltes chemische, microbiologische en fysische bevatten, maar door bewerking neemt de aanwezigheid van deze stoffen af. Het voedselveiligheidsrisico van de consumptie van bewerkt en verwerkt zeewier is als laag ingeschat, schrijft het onderzoeksorgaan. Wel dringt het orgaan e op aan dat zeewier expliciet wordt opgenomen in wetgeving over levensmiddelenhygiëne.
Verspreiding uitheemse soorten
Bij natuur heeft BuRo meer zorgen, want als er gebruik gemaakt wordt van uitheemse zeewiersoorten in open water of open auqacultuur ontstaat de kans dat deze soorten uitlekken. Dat vormt een risico voor de natuur, stelt BuRo. Zij stellen dan ook voor bij de teelt van uitheemse soorten locatie-specifieke vergunning nodig is. Ook voor het verplaatsen van uitheemse en inheemse soorten van en naar Nederland zou onderheven moeten zijn aan een vergunning. Hier moet ook toezicht op gehouden worden.
Er bestaan 12.000 zeewiersoorten, waarvan er in Nederland 195 voorkomen. In de landen rondom de Noordzee worden ongeveer dertig soorten geteeld of verzameld, waarvan de helft inheems is voor Nederland. Hier wordt voornamelijk suikerwier en verschillende soorten zeesla geteeld.
