Lobby voor eiwittransitie in Duitsland succesvol

Goed nieuws in deze uitdagende tijden. De verwachting is dat de Duitse plantaardige markt zal blijven groeien, zelfs als er verder geen politieke steun komt.

Zonder beleid en support is de verwachting dat de Duitse markt in de komende 20 jaar is verviervoudigd naar een marktvolume van €8 miljard (momenteel € 2,2 miljard). Dat blijkt uit onderzoek van Systemiq in opdracht van The Good Food Institute (GFI). Dat is toch goed nieuws. In het meest ideale scenario met politieke en financiële steun zou de Duitse markt zelfs kunnen uitgroeien naar € 45 miljard met meer dan 250.000 arbeidsplaatsen. Die studie kwam niet zonder toeval net op het moment rondom de Duitse verkiezingen uit (februari 2025). Natuurlijk net op het goede moment adviesnota om de politiek in de goede richting te duwen.

Duitse Eiwitstrategie

Kun je nog meer goed nieuws aan? Kennelijk heeft de uitkomst van deze studie impact gehad. De nieuwe grote coalitie met de christendemocraten CDU/CSU en de sociaaldemocraten van de SPD publiceerde haar coalitieakkoord. Daar staat de doelstelling dat Duitsland de ontwikkeling en marktintroductie van duurzame alternatieve eiwitten en het pleiten voor een alomvattende eiwitstrategie op Europees niveau wil bevorderen. Opluchting alom bij de Duitse lobby voor eiwittransitie. Nu is het nog wel even wachten wie de nieuwe minister van Landbouw wordt in deze nieuwe Duitse regering. Zeer waarschijnlijk iemand uit de partij van de CSU, die van huis uit een conservatieve achterban tevreden moet houden en vermoedelijk minder intensief op de eiwittransitie zal focussen dan zijn voorganger van de Grünen, Cem Özdemir.

Ivo Rzegotta, Senior Public Affairs Manager bij het Good Food Institute Europe, zegt hierover: “Met moedige politieke beslissingen kan Duitsland een internationale pionier worden op het gebied van alternatieve eiwitbronnen. De volgende Duitse regering zou de hier voorgestelde maatregelen moeten overnemen en verankeren in het regeringsprogramma. Dit gaat met name om uitbreiding van de financiering voor onderzoek en infrastructuur en meer steun voor bedrijven bij het veeleisende goedkeuringsproces. Dit zou meer particuliere investeringen kunnen mobiliseren en de innovatiekracht van de industrie kunnen versterken. Zonder doortastende maatregelen dreigt Duitsland het enorme economische en ecologische potentieel van deze nieuwe technologieën te verspillen en achterop te raken bij de wereldwijde concurrentie.”

120 miljoen investeren

De Duitse markt voor alternatieve eiwitten staat momenteel onder druk aldus de studie. Dat brengt risico’s met zich mee voor de toekomstige groei en het internationale concurrentievermogen. Om deze uitdagingen aan te pakken, doet de studie vijf concrete beleidsaanbevelingen:

• Bedrijven moeten beter worden ondersteund bij de toelatingsprocedures voor nieuwe voedingsmiddelen in de EU, zodat zij kwalitatief sterke aanvragen kunnen indienen;
• De publieke onderzoeksfinanciering moet aanzienlijk hoger: van €13 miljoen naar €140 miljoen per jaar, inclusief €30 miljoen voor een nieuwe innovatiehub.
• De overheid moet jaarlijks €120 miljoen investeren om private investeringen in infrastructuur te stimuleren, onder andere via garanties en goedkope leningen.
• Overheidsopdrachten inzetten om plantaardige en andere alternatieve eiwitbronnen op te nemen in de publieke catering, zoals op scholen en in ziekenhuizen.
• Prikkels voor boeren om hun bedrijfsvoering te verbreden richting alternatieve eiwitten en zo sterker onderdeel te worden van binnenlandse waardeketens. Deze maatregelen sluiten aan bij bredere Duitse beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid, innovatie en voedselzekerheid.

De Duitse bevolking blijft dus fan van plantaardige voeding en dat biedt volop kansen voor Nederlandse bedrijven. Er is een gebrek aan kennis en samenwerking in Duitsland. In het hele land zijn nu circa 100 bedrijven bezig met plantaardige voeding. In een land ter grootte van Duitsland is dat niet veel. Nederlandse producenten kunnen in de gat springen en nieuwe technologieën introduceren. Ik zie dat de interesse in ieder geval groeit onder innovatieve bedrijven om de sprong over de grens te maken.