Als we een burger maken die lijkt op vlees, deels uit vlees bestaat en restjes uit fermentatietanks bevat – zijn we dan nog bezig met het verminderen van dierlijke consumptie? Foto: Afbeelding gegenereerd met AI Reve.art
In dit artikel
Er is iets geks aan de hand in de wereld van de eiwittransitie. Afgelopen dagen liep ik rond op diverse bijeenkomsten in Wageningen en Ede – onderdeel van F&A Next – en ik kreeg het gevoel alsof plantaardig passé is. De buzzwoorden zijn veranderd: niemand heeft het meer over ‘alternatieve eiwitten’, iedereen praat nu over ‘fermentatie‘, ‘precisie-ingrediënten’ en ‘hybride toepassingen‘.
Wat ooit begon als een beweging om dierlijke eiwitten te vervangen, lijkt nu gekaapt door een moleculaire benadering. Start-ups pronken niet met plantaardige innovatie, maar met additieven die textuur verbeteren, smaak optimaliseren of kleur nabootsen. Zelfs bij kweekvlees, jarenlang neergezet als hét alternatief voor dierlijk vlees, zie je dezelfde trend: partijen positioneren zich uiteindelijk toch vooral als ingrediëntenleveranciers – bouwstenen voor vleesvervangers, niet het vlees zelf.
Transitie of aanpassing gewoontes?
Die omslag is op zich niet verkeerd – technologie ontwikkelt zich nu eenmaal – maar het schuurt als niemand meer het originele doel durft te benoemen: minder dierlijke consumptie. Tijdens een van de presentaties werd met trots een hybride gehaktproduct getoond: 50% vlees, 40% plantaardig eiwit, 5% gefermenteerde componenten, de rest bestond uit aroma’s, kleurstoffen, zout en vezels. Het klonk als een technologisch hoogstandje. Maar ik dacht alleen: was dit nou de bedoeling?
Het publiek klapte, de investeerders knikten goedkeurend, maar ik voelde vooral verwarring. Zijn we nog wel eerlijk over wat we proberen te doen? Of verkopen we een verhaal dat niet meer over transitie gaat, maar over aanpassing van bestaande eetgewoontes?
Zijn we nog bezig met het verminderen van dierlijke consumptie, of zijn we gewoon ons geweten aan het sussen?
Eiwitobsessie
Misschien moeten we onszelf opnieuw de vraag stellen: als we met veel moeite en geld een burger maken die lijkt op vlees, deels uit vlees bestaat en restjes uit fermentatietanks bevat – zijn we dan nog bezig met het verminderen van dierlijke consumptie, of zijn we gewoon ons geweten aan het sussen?
Eerder deze week vatte Arjen Lubach het treffend samen: we leven in een eiwitobsessie. De proteïnehype is compleet doorgeslagen. Alsof elk product pas bestaansrecht heeft als er ‘extra eiwit’ op de verpakking staat. En wie het durft te betwijfelen, krijgt meteen de sportmaffia over zich heen.
Misschien moeten we het simpeler maken. Geen hype, geen moleculair theater, maar heldere keuzes. Als je minder vlees wil eten, halveer dan gewoon je burger. Voeg groenten toe. Maak iets nieuws in plaats van iets wat op oud lijkt. Want als we blijven doen alsof we vlees aan het vervangen zijn, terwijl we het eigenlijk gewoon mengen en aankleden, dan gaat de eiwittransitie niet vooruit. Dan draait ze rondjes in een blender vol beloftes.